6 maart 2017
Le Samyn des Dames. Voor het eerst dit jaar mocht ik opnieuw twee rugnummers opspelden. Het papier hier en daar licht tegenstribbelend en een kleine prik in de vinger door een sluitspeld bezorgden me opnieuw dat typische koersgevoel.
De eerste wedstrijd van het seizoen geeft me toch altijd dat tikkeltje meer stress. Je weet niet hoe goed je wedstrijdvorm is en je moet opnieuw wennen aan het rijden in een peloton. Ook het parcours van Le Samyn gaf een extra spanning in m’n lichaam. Van vorige jaren wist ik dat wind en slechtliggende kasseien de hoofdrol zouden spelen.
Tot slot was ook mijn gezondheid een vraagteken. Mijn terugkomst uit Spanje was een kleine aanslag op mijn lichaam. De weersverandering had ik niet goed verteerd waardoor ik een ganse week tussen de grens van een zware verkoudheid en griep bengelde. Maar de benen voelden goed en de goesting was resoluut aanwezig.
Achteraan starten was geen optie dus vervoegde ik al vrij snel de groep die aan de startstreep stond te wachten op het startschot. Het regende niet maar er stond een ijskoude wind. De stress begon meer en meer op te dagen. In gedachten wenste ik dat het startschot al gegeven was. Niet enkel omdat dat het meeste van de stress zou wegnemen, ook omdat ik het enorm koud begon te krijgen. Mijn vest en ritsbroek had ik namelijk al overhandigd aan de verzorger net zoals vele andere rensters. Maar blijkbaar werd de start tien minuten later gegeven dan verwacht.
Wanneer het peloton zich eindelijk in gang trok, voelde ik dat mijn benen het ijskoud hadden. Die warmen wel op in het plaatselijke rondje achter de rode vlag, dacht ik. Maar die gedachte werd na enkele minuten meteen weggeveegd. Er leek geen plaatselijke ronde gereden te worden. Door een vergissing werd de wedstrijd al vrij snel in gang gefloten en moesten mijn koude benen meteen enkele versnellingen plaatsen om het losgeslagen peloton te volgen.
Het eerste kwartier vond ik de hel. Er werd constant gemanoeuvreerd en geroepen. Ik leek achter een tikkende tijdbom te rijden die elk moment kon ontploffen. Overal zag ik gevaar voor valpartijen. Ik besefte dat ik die knop opnieuw moest omdraaien. Angst mag je absoluut niet hebben in een peloton, want net dan ben je gevaarlijk voor jezelf. Ik probeerde een weg naar voren te zoeken en zocht een wiel om me mee te laten leiden naar de voorgrond.
Eenmaal vooraan voelde ik een opluchting. Maar al snel werd ik opnieuw naar achteren gedrongen door golven van rensters die ook graag op de voorgrond wouden blijven. Ik liet me even mee naar achteren gaan om daarna opnieuw de eerste rij op te zoeken. Even later werd alles op de kant getrokken. Het toevallige geluk stond aan mijn kant, want net op dat moment zat ik goed vooraan. Het was oorlog. Iedereen wou links, uit de wind zitten. Het uitgerekte peloton zoog zich naar de auto’s die aan de kant waren gezet door de politie.
Het moet een angstaanjagend beeld zijn geweest om een peloton rakelings langs je auto te zien razen. Soms was het heel nipt. Voor de eerste keer voelde ik echt kracht in mijn bovenbenen. In gedachten zou ik het hoge tempo tegenwind niet lang aankunnen. Maar mijn benen bewezen het tegendeel en dat gaf me een mentale boost.
Wanneer we de plaatselijke ronde bijna ingingen ging het peloton opnieuw op een lint. Enkele rensters voor me scheurde het waardoor ikzelf ook in moeilijkheden kwam. Ik werd voorbij geraasd door een klein groepje en probeerde mijn wagonnetje opnieuw aan te pikken. Met succes. Net voor de boog van de plaatselijke ronde kon ik opgelucht opnieuw de aansluiting maken met het tot rust gekomen peloton. Ik probeerde me zo snel mogelijk weer voorin het peloton te positioneren. Want die verdomde kasseistroken moesten nog komen…
We draaiden de eerste strook op. Ik probeerde het wiel van mijn voorganger te volgen. Ik leek me goed te voelen en stak me voorligster zelfs voorbij. Maar aan de strook leek geen einde te komen en ik werd op mijn beurt door enkele rensters voorbij gestoken. Ik voelde mijn hele lichaam denderen op de stenen. Elk mini stukje asfalt was een geschenk. Maar bij het eindelijk opdraaien naar de verlossende begane grond, was het peloton in stukjes gebroken.
Ik zette me in het wiel van een groepje, maar na een tijdje begonnen de kasseien te winnen. Ik leek achteruit te denderen op de stenen en het slijk. Na zo’n vijftig kilometer begon ik het ook ijskoud te krijgen. Het peloton rondom mij was verdwenen waardoor ik pal in de wind en de regen was komen te zitten. Wanneer ik na 75 kilometer werd afgevlagd was ik toch wel blij dat ik in de warme camper van de ploeg kon kruipen.
De finish had ik niet bereikt, maar ik was nog nooit zo ver geraakt in Le Samyn. En dat is alleen maar positief richting het nieuwe seizoen. Ik heb er alvast super veel zin in!
Liefs,
Mieke
Foto’s: Tom Debruyn, Roger Vandenbosch, Krist Vanmelle