Mijn Vuelta Femenina

Mijn eerste grote ronde kan ik uiteraard niet zonder blog laten voorbijgaan. Maar verwacht je niet aan een sprookje, want ook al omschrijven we een grote ronde vaak als het meest fantastische dat we in het wielrennen hebben, mijn lichaam dacht daar soms toch wel anders over. Ik neem je graag mee doorheen mijn acht dagen La Vuelta Femenina, zonder filter.  

Dag 1 - TTT 16 km

De stress dat ik voor deze dag heb, is groter dan de stress voor gans deze ronde. Konden ze daar nu geen individuele tijdrit van maken?’ spookt er wel tien keer door mijn hoofd die dag. Een tijdrijder is er zeker niet aan mij verloren gegaan. Maar nu ben ik niet alleen verantwoordelijk voor mijn eigen tijd, ook nog eens voor die van gans mijn team.  

Na de verkenning van het parcours keer ik ietsje geruster terug naar de bus. Het parcours zelf stelt niet zo veel voor en bevindt zich vooral op een stuk autostrade. Om veel bochten hoef ik dus niet te vrezen. Ik merk bij iedereen wel een tikkeltje nervositeit naarmate het startuur dichterbij komt. Niet alleen bij de renners maar ook bij de staff. We kunnen vandaag niet winnen, maar wel veel verliezen. Met Thalita De Jong als onze kopvrouw voor het klassement, wordt het dus enorm belangrijk om haar zo weinig mogelijk tijd te laten toegeven op de rest. 

Er zijn twee momenten die ik haat voor een tijdrit. Het moment dat je van de rollen stapt en (nu ook nog eens met z’n allen tegelijk) in tien minuten nog naar het toilet moet, je veel te strakke pak opnieuw moet aantrekken over je bezwete lichaam en je haren onder je helm moet zien te kunnen verstoppen. Dat allemaal dan ook nog eens met trillende handen van de stress, adrenaline en cafeïne. En dan het moment dat je op het gigantische rode startpodium rijdt en de klok ziet aftellen naar hét moment.  

Poef, weg zijn we. Alsof we dit al honderd keer hebben gedaan, vormen we in een vloeiende beweging één lijn en volgen we vlekkeloos Thalita die ons door de eerste bochten manoeuvreert. Een zucht van opluchting gaat er door mijn hoofd wanneer we die passage achter de rug hebben en de autostrade opvlammen. Maar al snel gaat mijn hartslag loeihard de hoogte in. Het eerste stuk is tegenwind en de brommers van mijn team draaien op volle toeren.  

Ik probeer mijn beurten zo goed en krachtig mogelijk uit te voeren maar van zodra de eerste van ons zevental de rol moet lossen, beginnen ook mijn benen tegen de verzuring aan te rijden. Met de u-turn bijna in zicht probeer ik nog een laatste keer alles uit mezelf te halen in het wiel van Wilma. ‘Ik moet blijven trappen, ik moet blijven trappen.’ is het enige dat door mijn hoofd spookt terwijl ik naar het wiel voor mij kijk. Maar de verzuring zit tot aan mijn oren en wanneer Wilma van kop gaat vlak voor de u-turn ontploffen mijn benen en moet ik het vijftal ietwat stuntelig laten gaan. Teleurgesteld peddel ik verder tot aan de streep, maar in het oortje hoor ik alleen maar: ‘Supergoed bezig, beste tijd momenteel!’ Iets wat de pijn later die avond wel wat verzacht. Thalita haar klassement is niet extreem in gevaar gekomen en morgen kan de Vuelta echt beginnen. 

Dag 2 - Buñol/Bunyol > Moncofa 118 km

Regendruppels doen de ruitenwissers van de bus op en neer gaan. In tegenstelling tot ons Belgenlandje is dat iets dat in Spanje niet zo vaak voorkomt. Op zich doet de regen me niet echt iets bij warme temperaturen, maar het brengt wel één groot gevaar met zich mee: het wegdek in Spanje transformeert dan in één grote ijspiste. De wegen worden spiegelglad en dat wordt meteen bevestigd tijdens de neutralisatie. De ene renster na de andere vliegt genadeloos onderuit. Al snel is duidelijk welke teams op regenbestendige banden rijden en welke teams het voorzichtiger moeten gaan aanpakken in bochten. 

Gelukkig kan ik ons team bij de groep met regenbestendige banden rekenen. De controle dat mijn fiets nog steeds heeft op het Spaanse asfalt geeft me vertrouwen om mijn plekje vooraan het peloton te gaan opzoeken. Buiten enkele slippers links en rechts van mij is de eerste etappe een relatief rustige om in het wedstrijdritme te komen. Terwijl ploegmate Audrey zich knap knokt naar de kopgroep van de wedstrijd probeer ik samen met mijn andere ploegmaten Thalita bij te staan waar het kan.  

Bij het naderen van de klim proberen we Thalita in stelling vooraan te brengen. Het is geen extreem lange of steile klim maar wel meteen eentje die serieus pijn kan doen en beslissend zal zijn richting finish. Dat is ook het peloton gewaar en op een paar kilometer tijd worden we door twee valpartijen opgehouden richting klim. Enkel Thalita kan gelukkig zonder problemen vooraan blijven postvatten. Visma-Lease a Bike schudt hard aan de boom, het tempo bergop is schroeiend en mijn benen verzuren langzaam maar zeker waardoor ik het peloton moet laten begaan. Richting finish kom ik in een mooie groep terecht, maar het peloton zien we niet meer terug. Binnen bollen is de boodschap. Madrid is nog ver. 

Dag 3 - Lucena/Llucena > Teruel 130 km

Opnieuw zijn de weergoden ons niet goed gezind. Van zodra de neutralisatie start, vallen er regendruppels uit de lucht. Een neutralisatie die je trouwens haast geen neutralisatie kan noemen. De man achter het stuur lijkt ervan uit te gaan dat we bergop even snel kunnen fietsen als op het vlakke. Mijn Garmin geeft 300 watt aan en ik verlies enkele plaatsen richting de smalle wegen die we voorgeschoteld krijgen de eerste kilometers. Met enkele steile puisten en kronkelende natte wegen vormt het peloton al snel een langgerekt lint.  

Het Spaanse natte asfalt zorgt weer voor slachtoffers en er vormt zich een breuk in het peloton. Het gaat snoeihard en er lijkt maar geen einde te komen aan het hoog opgelegde tempo. We sluiten puffend opnieuw aan bij het eerste deel van het peloton dat eindelijk lijkt tot rust te zijn gekomen, maar van zodra ik enkele rustige happen lucht kan verteren valt er opnieuw een renster aan om een goede ontsnapping op poten te zetten. Mijn benen trekken al snel aan de alarmbel bij het aanklampen van het opnieuw uiteen getrokken peloton. Ik probeer mezelf wijs te maken dat de top van de steile puist niet meer ver kan zijn, maar mijn Garmin vertelt me iets anders en er lijkt maar geen top in zicht te komen.  

Ik ontplof volledig, een gevoel dat ik al enkele keren eerder meemaakte dit jaar, een gevoel van waar ik wist dat het geen goed teken was. Want ik ontplof en lijk die eerste minuten nadien maar niet te kunnen bekomen. Renners en ondertussen ook volgwagens passeren me in volle snelheid. Ik zoom uit en denk alleen maar ‘blijven trappen verdorie!’. En dat doe ik ook. Ik probeer nog achter de auto’s de schade te beperken, maar al snel vormt zich een ijzige stilte rondom mij. Het peloton is weg, de wagens zijn weg en ik zit hier alleen.  

Gelukkig zie ik voor en achter mij nog een paar enkelingen die de boot ook hebben gemist. We zijn immers nog geen 20 kilometer ver en er lijkt al een oorlog zijn te gepasseerd. Tijd om te panikeren gun ik mezelf niet. Na enkele minuten vormen we een groepje van 6-7 rensters. Dit worden mijn lotgenoten vandaag. En ik zal ze ook nodig hebben, want dalen doen we bijna niet en de wind staat ook nog eens stevig op kop.  

We draaien goed rond tot aan de voet van de gecategoriseerde klim. Twee rensters van onze groep vinden dat het niet snel genoeg gaat en besluiten om ons achter te laten. Ik motiveer mijn overgebleven lotgenoten om er te blijven voor gaan maar op de top blijven we nog maar met z’n drietjes over. Ik probeer het tempo gaande te houden, maar merk dat het nu ook op is bij mijn twee andere metgezellen. Hoe graag ik hen ook mee wil nemen, beslis ook ik nu om alleen verder te gaan. Ik kan het risico niet nemen en moet echt binnen de tijdslimiet zien binnen te geraken. Al heb ik geen flauw idee wat mijn achterstand op dit moment is.  

Wat hierna volgt is nog 60 kilometer op de limiet, in m’n eentje, bergop en tegen de wind. Ik sta mezelf niet toe om te beginnen nadenken. Het enige dat nog door mijn hoofd spookt is: ‘Ik moet en zal die tijdslimiet halen!’ De wegen zien er uitzichtloos uit. Breed, rechtdoor en alsmaar oplopend met hier een daar een korte dalende pauze. Voor mij zie ik enkel nog een begeleidende motard en achter mij gaapt een grote leegte. Ik sta er echt alleen voor nu, maar mijn Vuelta kan en mag er hier nog niet stoppen. Wanneer ik in zicht kom van een geparkeerde wagen van AG-Insurance Quickstep zie ik een verzorgster naar de koffer van de wagen spurten en een bidon tevoorschijn toveren. ‘Merci!’ roep ik terwijl ik naar de bidon grijp. Met enkele bemoedigende woorden die me nog nageroepen worden, trek ik me nog eens vol op gang. 

De kilometers tellen langzaam maar zeker op en ik motiveer mezelf naar het punt van de 120 kilometer, nadien zou het eindelijk een beetje meer naar beneden moeten gaan. Bij het zien van het bord van de laatste tien kilometer begin ik te versnellen. Ik heb nog steeds geen flauw idee van mijn achterstand en probeer alles uit de kan te halen alsof ik aan het rijden ben voor de overwinning. En zo word ik ook aangemoedigd langs de kant. Iets wat me nog harder op die pedalen doet duwen. Wanneer ik eindelijk de finish overschrijd, barst ik los. Ik lijk even geen controle over mijn ademhaling meer te hebben en ga uitgeput zitten. ‘Heb ik het gehaald?’ is het eerste dat ik aan onze soigneur vraag. Maar ook hij weet niet meteen het antwoord. Achteraf zal blijken dat ik maar 23 minuten verloren ben op de eerste en dat ik nog 25 minuten over had om op tijd binnen te komen.  

Dag 4 - Molina de Aragón > Zaragoza 142 km

Mentaal heb ik mezelf nog nooit zo sterk gevoeld als de dag voordien. En fysiek ben ik er ook wel van overtuigd dat ik, op mijn slecht moment in de beginfase van de wedstrijd na, niet extreem ongerust moet zijn. Al wil ik zo’n situatie natuurlijk niet nog eens meemaken. Op papier is de etappe van vandaag een vrij gemakkelijke. De rit wordt door de organisatie zelfs als vlak omschreven maar met nog steeds 1100 hoogtemeters zou ik dat eerder Spaans vlak noemen. Nu, één probleem is er wel. En dat probleem heet: de wind.  

140 kilometer lang waaieralarm. Een ware nachtmerrie. Opnieuw is de neutralisatie eentje om in vraag te stellen en opnieuw zijn de eerste kilometers van het parcours over smalle heuvelachtige wegen. Binnen het team merken we al snel tijdens de neutralisatie dat we ons iets te warm hebben aangekleed. Ik vervul mijn aangegeven taak van de dag en verzamel alle vestjes en armstukken. Ik roep de volgwagen op maar de jurywagen komt naar me toe en iemand reikt zijn hand al uit om de vestjes aan te nemen. ‘Rustig maar, je hebt nog tijd hoor!’ klinkt het vanuit de rode wagen. Maar ik voel aan alles dat ik maar beter heel snel weer terugkeer naar de buik van het peloton.  

Opschuiven in zo’n situatie is haast onmogelijk. Iedereen weet dat het peloton elk moment kan gaan ontploffen. De wedstrijd wordt op gang gefloten en de eerste kilometers zijn vol meewind, wat het niet makkelijker maakt om op te schuiven op de smalle wegen. Hoe graag ik ook wil, ik geraak niet verder dan de helft van het peloton vooraleer de oorlog na 10 kilometer al wordt gestart. Waaiers zijn één ding, maar stel je eens waaiers voor op een golvend parcours. Opnieuw gaan de alarmbellen af. Ik mag niet nog eens hetzelfde meemaken als gisteren maar ik merk aan mijn lichaam dat die inspanning er nog stevig in zit.  

Wat daarop volgt is een half uur lang ongelooflijk hard afzien. Na een aantal keer lossen en terug knokken naar andere groepjes vormt zich eindelijk een geoliede grote waaier. Als je denkt dat het makkelijker fietsen is in zo’n achtervolgende waaier dan heb je het grondig mis. De angst om ook hieruit te moeten lossen is enorm aanwezig. Ik probeer mee te draaien want dat is net iets veiliger dan achteraan bengelen. Met drie andere teamgenoten bij me voel ik me gelukkig minder eenzaam dan de dag voordien, maar het fysieke afzien lijkt wel vele groter. De stukken Spaans vlak bergop voelen aan als colls en ik voel mijn lichaam leeglopen naarmate de kilometers vorderen.  

‘En we zijn nog maar dag vier…’ Denk ik bij mezelf als we eindelijk de finish bereiken. Die avond voel ik me mentaal en fysiek een wrak. Die waaieretappe heeft er veel harder ingehakt dan mijn solo van de dag voordien en ik voel me helemaal op. Het liefst zou ik gewoon in mijn bed gaan liggen en slapen maar het avondeten (pasta of rijst met kip, what else) staat al op mij te wachten. Hoe mentaal sterk ik gisteren nog was, hoe erdoor ik zit vandaag. ‘En we zijn nog maar dag vier…’ 

 

Deel II volgt heel snel! 🙂 

Fotocredits: Unipublic & Ricardo Esteve

Lees ook...