Dag 5 - Huesca > Jaca 114 km – 1821 hm
De wekker loopt af en ik schakel meteen weer op automatische piloot. Ontbijten – stretchen – meeting – koffer inpakken en wegwezen. De ritten in de bus zijn mijn ‘zen’-momentjes. Nog een laatste keer het parcours herbekijken, mijn rugnummers opspelden en opnieuw: eten. Dankzij het voedingsplan van Britt weet ik perfect wat, hoeveel en wanneer ik moet eten. Naast het fietsen is dat bijna een even grote dagtaak geworden.
De start wordt enkele uren later gegeven en ik ben meteen op mijn hoede. Afgelopen dagen was het eerste wedstrijduur namelijk de hel voor mij. Maar als bij wonder verteer ik de versnellingen in het peloton vandaag veel beter. Er wordt opnieuw gepingpongd en het lijkt weer eeuwen te duren voor er effectief een groep kan (en vooral ook mag) wegrijden van het peloton. Maar ditmaal voel ik me ook echt een deel van het gebeuren. Ik voel me weer ‘coureur’.
Het voelt goed om een grotere rol van betekenis te kunnen spelen en ik sta samen met mijn ploeggenotes Thalita zo goed mogelijk bij waar kan. Thalita die ondertussen al heeft laten zien dat een heel mooi eindresultaat in het klassement een haalbaar doel is geworden. Wanneer de eerste echte lange klim onder onze wielen wordt geschoven, blijf ik ook daar veel langer standhouden. Pas wanneer het peloton echt uit elkaar barst, zoek ik mijn eigen tempo en kom ik in een mooie groep te zitten met daarin nog een paar goede gangmakers. Laat dat dan weer het voordeel zijn van het hoge niveau hier: waar je ook zit, het zijn alleen maar grote namen die je rond je ziet.
Na de duik naar beneden draaien we met ons groepje nog even mooi rond voor de slotklim met aankomst boven ons te wachten staat. Het is pas wanneer ik Alison Jackson zie wijzen richting de verte, dat ik het prachtige landschap rondom mij opmerk met zelfs hier en daar sneeuw op de toppen van enkele bergen. Voor het eerst in 5 dagen tover ik tijdens de wedstrijd een grote glimlach op m’n gezicht. Het woord ‘genieten’ is de afgelopen dagen enorm veel in mijn inbox verschenen. ‘Vergeet niet te genieten hé!’ ‘Geniet van je eerste grote ronde!’ ‘Veel succes en vooral genieten!’ Maar dat lijkt altijd makkelijker dan in de realiteit.
Bij het oprijden van de laatste klim zoekt ieder z’n eigen tempo. De ene versnelt, de andere vertraagt. Ik zoek iets daartussen en begin te genieten van het gejuich langs de kant. Voor de supporters maakt het niet uit of je nu eerste bent of ver daarachter, ze juichen even hard. Na alweer een haakse bocht zie ik een rood-blauw truitje naar beneden komen met een grote glimlach. ‘Topper!’ hoor ik Thalita roepen en ik lach. Een paar bochten later staan ook de volgwagens te wachten en staan Grace en Arno (onze ploegleidster en mechanieker) te supporteren. Opnieuw vorm ik een brede glimlach en ga ik nog een laatste keer op mijn trappers staan. Alweer een dag voorbij. En vooral: ik heb eindelijk eens genoten!
Dag 6 - Tarazona > La Laguna Negra. Vinuesa 132 km – 2055 hm
Ze lijken er hier wel een sport van te maken om elke etappe te starten met een lastige passage. Ook vandaag staan er al heel wat hoogtemeters op het menu tijdens de eerste kilometers. Opnieuw een zaak dus om het ondertussen befaamde eerste wedstrijduur te overleven. Elke keer denk ik: ‘Ach de rest is ondertussen ook wel vermoeid, ze zullen het vandaag wel rustiger aan doen in het begin.’ Maar die utopie wordt ook vandaag weer na enkele minuten al doorprikt.
De wind staat vandaag vol op kop en dat zou in theorie in het voordeel moeten zijn voor mij. Daardoor ligt de snelheid bergop namelijk ietsje lager en kan je, als je je goed wegsteekt, toch wat energie sparen. Maar dat is buiten de Spaanse gigantisch brede wegen gerekend. Op één of andere manier lijkt mijn theorie vandaag niet te kloppen en maakt de wind het eerste wedstrijduur nóg zwaarder. Wanneer ein-de-lijk de goede vlucht is vertrokken, met daarin ploeggenote Fauve, haal ik opgelucht adem. Alweer een oorlog overleeft. En ook ik heb enkele keren mee kunnen springen. Het peloton komt tot rust en we vormen een formatie rond Thalita.
Met aankomst bergop is het opnieuw onze taak om Thalita zo goed mogelijk vooraan de klim af te zetten. Maar dat is uiteraard bij elke ploeg het scenario. Alsof we ons voorbereiden op een massasprint, verzamelen alle teams zich en wordt de snelheid naarmate we dichter bij de klim komen, opgevoerd. In alle snelheid en hectiek krijgen we de kopgroep in zicht. Ik brul nog een laatste keer door het oortje naar Fauve dat het nu het moment is om nog een laatste keer aan te gaan. De prijs van de strijdlust is iets dat je niet zomaar kan laten liggen natuurlijk. Al zal achteraf blijken dat we zonder Spaanse nationaliteit nooit echt kans zouden maken op die prijs.
Wanneer we Fauve exact hebben teruggehaald weet ik niet. Ik ben gebrand op Thalita en zoek in alle hectiek opnieuw haar gedaante in het peloton. Vanaf ik weet dat ze mijn wiel terug te pakken heeft, probeer ik door alle mogelijke gaatjes nog een weg te vinden naar de eerste rij. Een onbegonnen zaak als ‘Lotto Dstny en dus geen Worldtour’ zijnde maar we laten ons niet doen en kunnen op een acceptabele derde-vierde rij plaatsnemen wanneer het smaller wordt. Het treintje van EF kost ons wel nog enkele plaatsen en van zodra de grote spelers hun versnelling plaatsen, laat ik het grote werk aan Thalita over en zak ik uit. Ik had op zich nog iets langer kunnen aanhaken of bij een eerder groepje kunnen aanpikken, maar ik besluit mijn laatste beetje energie nog te sparen voor de komende twee dagen en zet me in de grupetto.
De geur tussen de bomen is heerlijk en de frisse lucht opent mijn longen. We bevinden ons namelijk rond de 1700 meter hoogte. Ik geniet van het uitzicht en we lachen samen om het feit dat die veel te steile stukken echt niet meer hoeven. Eenmaal boven krijg ik meteen een handdoekje voor in de nek en mijn dikke gabba aangereikt. Ook het fluitje dat we begin deze Vuelta hadden gekregen voor afdalingen na een wedstrijd met aankomst bergop, hang ik rond mijn nek. ‘Ik moet het toch één keer kunnen testen.’ Het dalen richting bus is best koud. Maar ik glimlach en begin er eindelijk een beetje in te geloven. ‘Als ik morgen overleef dan ben ik zo goed als binnen!’
Dag 7 - San Esteban de Gormaz > Sigüenza 138 km – 1130 hm
Dag zeven, nog zo eentje waar je van zou denken: ‘Oh, lekker vlak!’ Laat het voor eens en altijd duidelijk zijn: vlak vlak bestaat hier niet. Niet in deze ronde. En als er dan toch niet zo heel veel hoogtemeters op de teller staan, wel ja, dan is daar nog altijd een andere spelbreker tot uwer beschikking: de wind.
Mijn lichamelijke vermoeidheid is op zijn hoogtepunt. Maar ik sta erop gebrand om toch één keer in een ontsnapping te kunnen zitten en schuif daarom tijdens de neutralisatie al meteen op naar rij één. De man met de vlag zwaait onze wedstrijd op gang en meteen springen de eerste rensters weg waarop ook ik mijn sprong waag. Na mijn eerste kopbeurt draai ik me om en zie ik een gapend gat op het peloton. ‘Dit kan niet waar zijn!’ denk ik bij mezelf. ‘We zijn vertrokken!’ Maar mooie sprookjes duren niet lang en er volgt even later een tegenreactie, en nog één, en nog één. De rensters blijven nu maar komen en onze groep begint iets te veel rensters te tellen. Uiteraard laat het peloton dat niet toe en worden we gegrepen.
Wat daarop volgt is –hoe kan het ook anders- een hard eerste wedstrijduur. Verschillende pogingen leiden weer tot niets en ook ik probeer nog enkele keren maar voel dat mijn benen volledig op zijn. Aanklampen wordt nu de boodschap. Het gevoel dat mijn benen normaal zouden hebben na een lange lastige wedstrijd, hebben ze nu al na nog geen één uur koers. Het lijken wel twee betonen blokken geworden te zijn die alleen maar veel wegen en niets meer opleveren. Maar mijn lichaam zet zich op automatische piloot, mijn gedachten ebben weg, mijn vermoeidheidsprikkels worden uitgeschakeld en ik blijf gewoon trappen.
Echte rust volgt er niet nadat de kopgroep eindelijk vrijgeleide krijgt. De wind staat met een grote alarmbel boven alle hoofden te zwaaien en er is geen enkel moment dat je niet alert hoeft te zijn. Dat maakt het niet alleen fysiek maar ook mentaal zwaar. Er volgen enkel brutale pogingen om het peloton uit elkaar te rijden maar een echte scheur komt er voorlopig niet. Wanneer ook SD-Worx het probeert, zit ik net vooraan om alles vanop de eerste mee te volgen. Maar ook hun poging lukt niet en het valt weer heel even stil.
‘Na die bocht naar links, staat de wind heel gevaarlijk en wordt het smal!’ worden we gebriefd vanuit de wagen. En dat merk je ook aan het peloton. Iedereen formeert zich weer in treintjes en ook wij proberen er eentje op te zetten. Al geraken we op een kostbaar moment alsnog Thalita kwijt. We draaien naar links en wat daarna volgt is het gevreesde tafereel: waaiers. Ik kan vrij goed vooraan beginnen, maar vanaf het breekt vlak voor mij moet ook ik afhaken en word ik zonder pardon teruggeslagen naar enkele waaiers achter mij. Het gaat opnieuw omhoog en omlaag en er lijkt maar geen einde te komen aan de lange kronkelende weg in de open vlakte.
Die laatste kilometers richting finish zie ik af. Mijn geest is op, mijn lichaam is op. Maar ik blijf doorgaan. Het einde is nu echt bijna in zicht. Met nog een stevig klein klimmetje als kers op de ‘vlakke’ etappe bol ik over de finish. ‘Oef, Madrid here we come!’
Dag 8 - Distrito Telefónica. Madrid > Valdesquí. Madrid 89 km – 2190 hm
Binnen een paar uur zit onze eerste Vuelta er op. In mijn hoofd heb ik al 100 keer een berekening gemaakt voor deze laatste etappe. Niet het aantal kilometers maar het aantal hoogtemeters baren me enorme zorgen. Op nog geen 90 kilometer moeten we een dikke 2000 hoogtemeters overbruggen. Met andere woorden: er moet nog heel veel geklommen worden vandaag. We mogen 20% tijd verliezen, maar op zo’n korte afstand kan dat dus nog altijd riskant worden. Zolang mogelijk overleven in het peloton is dus de boodschap.
Al de hele ochtend zit ik met ‘I’m still standing’ van Elton John in mijn hoofd.
Don’t you know that I’m still standing, better than I ever did
Looking like a true survivor, feeling like a little kid
I’m still standing, after all this time
En alsof bovenaf er zich mee bemoeit, galmt het nummer ook luid door de boxen aan de startlijn.
Enkele minuten later volgt het allerlaatste startschot van deze ronde. De eerste kilometers zien er door de grote twee klimmen die nog moeten volgen ‘vlak’ uit. Maar niets is natuurlijk minder waar en we gaan al meteen stevig op en af over een brede autosnelweg. Iedereen lijkt vandaag in de ontsnapping te willen zitten. Als een vuurpijl zie ik zelfs Marianne Vos voorbijflitsen als eerste aanvaller. ‘Oh oooh…’ denk ik bij mezelf. Als zelfs grote kanonnen als een Vos het hazenpad al willen kiezen, dan ben ik dik gesjareld.
De snelheid tijdens het eerste wedstrijduur ligt weer torenhoog. Niemand krijgt vrijgeleide, al beslist het peloton daar steeds pas over nadat de vogels al een minuutje of twee gaan vliegen zijn. Met als resultaat dat het peloton in één lange sliert aan een hoge snelheid de achtervolging opnieuw inzet. Ik tel af naar de kleine afdaling die ons te wachten staat, maar ik begin langzaamaan in de problemen te komen en betaal mijn parkeerkaartje véél te vroeg. ‘Shit shit shit!’ Dit mag echt nog niet gebeuren. Ik probeer zo snel als mogelijk opnieuw controle te vinden en zoek de volgwagens op om mij terug te knokken naar het peloton dat ondertussen aan de afdaling begonnen is.
Met alleen maar in mijn hoofd: ‘Nu nog niet verdomme!’ sprint ik als een gek achter elke volgwagen aan die zachtjes vertraagd wanneer ze mij passeren. Ze lijken wel allemaal net hetzelfde te denken: ‘Nu nog niet meiske, kom!’. Mijn benen kraken langs alle kanten, maar ik vind opnieuw een weg naar de eerste volgwagens en kan even later ook opnieuw de aansluiting maken. ‘Oef…’
Maar die opluchting duurt niet lang. Ik probeer mijn ploegmates meteen terug op te zoeken om Thalita te helpen positioneren voor de eerste echte klim, maar hoe hard ik ook wil, de verzuring zit tot aan mijn oren en het enige dat ik nog kan is krampachtig aanklampen in de hoop dat het toch nog even echt stil zou vallen. Maar dat gebeurt uiteraard niet meer en van zodra we echt beginnen aan de klim zak ik opnieuw genadeloos uit het peloton weg.
Ik probeer mijn eigen tempo te zoeken wanneer ik ook drie rensters van DSM ietsje voor mij zie lossen. ‘Daar moet ik echt naar toe, dat wordt mijn groepje!’ En dus doe ik er nog alles aan om bij het drietal aan te sluiten. Even later komen ook nog Zoe Backstedt en enkele anderen aansluiten. Het tempo bergop is hard, maar ik doe er alles aan om bij dit groepje te blijven. Als ik deze moet laten gaan is het game-over.
Bij het bereiken van de eerste top bedenk ik mij dat Zoe en ook Charlotte Kool best snel dalen. Ik probeer hen te volgen maar hier en daar ontstaan gaten in ons groepje en we verliezen elkaar. Na de afdaling moet ik dan ook er opnieuw alles aan doen om terug aan te sluiten bij onze groep. Dat lukt dan ook maar net voor het aanvatten van de allerlaatste lange klim. Het tempo wordt opnieuw de hoogte in getrokken en in de verte zien we voor het eerst een andere groep rijden. ‘De echte gruppetto,’ denk ik bij mezelf.
Dat hebben ook mijn metgezellen in de mot en dus wordt er nog een tandje bijgestoken. Op overlevingsmodus volg ik de wielen voor mij en haal ik opgelucht adem als we de wielen van de anderen te pakken krijgen met ook drie ploeggenotes daarin. De laatste kilometers zijn hard, maar ik probeer toch te genieten. Het gaat ons lukken! Bij het overschrijden van de finish geef ik mijn ploegmates een vuistje. We made it! We finishen met alle zeven onze eerste grote ronde en Thalita behaalt een ongelooflijk knap eindresultaat.
In de bus opweg naar de luchthaven check ik de uitslag en tik ik nerveus Fauve aan die naast me zit. ‘Fauve, Fauve, weet je hoeveel minuten we nog over hadden om op tijd binnen te komen?’ ‘Drie!’ schreeuw ik lachend uit.
De Vuelta was een ongelooflijke ervaring die me niet alleen fysiek maar ook vooral mentaal sterker heeft gemaakt. Het was niet alleen voor ons als rensters een zware 8-daagse, maar ook de staff heeft zich dag in dag uit ingezet om het ons zo makkelijk mogelijk te maken.
Een dikke merci aan iedereen. <3
Fotocredits: Unipublic & Ricardo Esteve