GIRLPOWER #27 – De foute ontsnapping

4 september 2016

De teleurstelling is wat gaan liggen, maar ze is nog niet helemaal weg. Ik heb mijn wedstrijd afgelopen nacht wel honderd keer herbeleefd. Dit had wel eens mijn beste koers van het seizoen kunnen worden.

We zijn al september. Ongelooflijk hoe snel het seizoen voorbij is gevlogen. Ik herinner me nog mijn eerste wedstrijd, waar ik na vijf kilometer al plat reed. En ik herinner me vooral dat verlangen naar de volgende wedstrijd. Dat verlangen naar eindelijk terug kunnen koersen. Wel, met nog maar vier wedstrijden te gaan heb ik nog steeds dat verlangen. Ik krijg kippenvel bij de gedachte dat het er al weer bijna op zit. Ik wil nog niet. Ik lijk nog maar net begonnen.

Wat me nog het meeste dwars zit, is dat ik net nu mijn beste gevoel heb op de fiets. Net nu lijk ik met de week beter en beter te worden. Nog nooit heb ik met de gedachte rondgereden van: ‘ik ben in vorm.’ Maar ik denk dat ik die gedachte nu voor de eerste keer echt mag hebben: ik ben in vorm. En des te harder kijk ik tegen dat seizoenseinde op.

Ik had dan ook maar één doel gisteren: mee zitten in de juiste ontsnapping. Ik was gebrand op een goede prestatie. Nog net dat tikkeltje meer dan anders.

Tijdens het omkleden in de auto hoorde ik een bekende melodie. Ik concentreerde me op de muziek en kon mijn oren de bevestiging geven van wat ze dachten te horen: K3 met 10 000 luchtballonnen! Mijn bijgeloof zegt dan: ‘ik ga goed rijden vandaag.’

Mijn benen waren inderdaad in orde. Dik in orde. Van bij de start was de aanvalsdans begonnen. Rensters probeerden telkens opnieuw te ontsnappen van het peloton. En ik probeerde attent voorin te blijven. Er speelde maar één gedachte door mijn hoofd: ik moet mee zijn. En dat probeerde ik dan ook. Ik probeerde met elke ontsnapping mee te zijn.

In de tweede ronde reed er een mooie groep weg. Ik sprong er achter aan en kwam probleemloos aansluiten. Iets wat enkele maanden geleden een wonder op zich zou zijn. We draaiden rond en leken een mooi gat te hebben. Na mijn beurt op kop kwam er echter geen reactie meer. Ik keek achterom en dacht dat het peloton terug was komen aansluiten. Maar dat was niet zo. Even later hoorde ik de speaker roepen: ‘Het peloton zit op 13 seconden!’

Ik zag mijn kans en spoorde de groep van om en bij de tien man aan om rond te draaien. Maar ik hoorde enkel een spottende lach achter mijn rug. Meer reactie kwam er niet. Het peloton kwam opnieuw probleemloos aansluiten. Weg was de kans.

Al snel kwam volgende aanvalspogingen en kon ik opnieuw mee aansluiten. Maar elke keer opnieuw draaide het uit op niets. Telkens waren er die seconden van hoop, hoop dat het wel eens de juiste ontsnapping kon zijn. Maar telkens spatte die hoop snel in duizenden stukjes. Er speelde enorm veel door mijn hoofd. Het waren steeds dezelfde rensters die vooraan streden voor een ontsnapping, maar geen van ons allen leek het te lukken.

Er werden soms dingen naar mij geroepen, de ene keer terecht, de andere keer zonder enige reden. Maar in het laatste kwart van de wedstrijd begon ik me wat meer afzijdig te houden. Ik vroeg me af of het er zo altijd aan toe ging in de voorste linie van het peloton of dat het gewoon aan mij lag. Misschien… Die negatieve gedachten werden plots weggeveegd door een renster naast me: ‘You are really good today!’ – Thanks! En ik kreeg terug wat moraal.

Ik had superbenen. Ik kon elk gaatje probleemloos dichten. Ik zat in meerdere ontsnappingen. Maar toch liep het mis. Doordat ik wat meer naar de achtergrond was gezakt, kreeg ik pas -toen het schip al lang aan het zinken was- in de gaten dat er een hele groep weg was kunnen rijden. Ik geloofde mijn ogen niet. Één rondje reed ik wat verder in het peloton en net in dat ene rondje viel de beslissende ontsnapping.

De moed zonk tot in mijn schoenen. Mijn benen wogen plots tien kilo meer. Ik was verslagen. Er naar toe rijden had geen zin meer. Het schip was ondertussen al gezonken, samen met mijn moraal. Het mentale kan wel degelijk je fysiek beïnvloeden. Mijn superbenen van enkele minuten voordien waren geen rosse cent meer waard. Ik had zin om af te stappen. Meer zelfs, ik had zin om mijn fiets in de gracht te gooien.

Ik was kwaad, teleurgesteld. Met nog twee ronden te gaan zag ik geen enkel nut meer van mijn wedstrijd. Ik had alles al gegeven. Een mooie uitslag kon ik wel vergeten. Nog even kon ik met drie andere meisjes wegrijden van het overgebleven peloton. Maar ook dat gat werd weer gedicht. Mijn sprint was niets meer waard. Boos klopte ik met mijn vuist op mijn stuur. Ik moest even weg van alle drukte, van alles en iedereen.

Ik was nog nooit zo teleurgesteld geweest. Hier had zo veel meer ingezeten.

Maar ach, dat is koers zeker?

Foto’s: Rianne ver Eecke, Luc Blouwe, Francis Mersy

Lees ook...