GIRLPOWER #13 – Met zoveel meer honger

Stel je eens voor. Je kijkt al dagen, weken, maanden uit naar laat ons het simpel houden: een heerlijke taart. Eindelijk is de dag aangebroken dat je hem mag opeten. Vol enthousiasme begin je dan ook aan die dag. Je kan de taart bijna aanraken, bijna! Met een vingertopje mag je van de slagroom proeven. Maar net na dat proevertje wordt de taart ineens vlak voor je neus terug weggehaald en opgeborgen. Daar zit je dan plots, opnieuw zonder taart. En nog erger: met zoveel meer honger.

Beter kan ik mijn gevoel van vandaag niet beschrijven. Eindelijk kon ik opnieuw dat startpodium op. Eindelijk kon ik opnieuw koersen. Met wat gezonde stress zakte ik dan ook af naar Wallonië om mijn eerste grote wedstrijd van het seizoen te rijden: Le Samyn Dames. Een zware wedstrijd maar ik stond er op gebrand om zo goed mogelijk te presteren.

De start werd gegeven na drie kilometer neutralisatie en ik voelde opnieuw de adrenaline die ik zo gemist had. Ik weet niet of ik het een verslaving kan noemen, maar een weg naar voren zoeken in zo’n groot peloton vind ik fantastisch. Ik kon dan ook al snel opschuiven naar de eerste rijen. Tot ik plots na nog geen vijf kilometer mijn achterband voelde zakken als een leeglopend springkasteel.

Plat? Ik plat? Dat kan niet? Ik rijd nooit plat? De ontkenningsfase duurde maar tien seconden. Mijn achterwiel prikte het droomballonnetje boven mijn hoofd meteen stuk. Ik sta wel plat Docx, verdoeme. Mij laten uitzakken in zo’n groot peloton was nog niet zo simpel als ik dacht. Eindelijk achteraan het peloton met het hand in de lucht, reden de auto’s me in volle snelheid voorbij. Het leek wel eeuwen te duren voor ik mijn ploegwagen in de verte herkende.

Ja uhh, ik sta plat. Wat moet ik dan ook al weer doen? Ik die nooit plat rijd, kon zich wonder boven wonder herinneren dat je je ketting helemaal rechts moet leggen. Tak, tak, tak. Ik die normaal altijd sukkel om mijn wielklem los te krijgen, had mijn wiel er op 1 2 3 uit. Maar het andere wiel leek geen zin te hebben de wedstrijd verder te zetten. Eindelijk bevestigd zag ik het peloton niet eens meer in de verte. Ik begon aan mijn hopeloze klus…

Even leek ik opnieuw het peloton te kunnen bereiken. Ik kon achter de ploegauto snelheid maken en de andere auto’s voorbij rijden. Totdat de commissaris daar anders over besloot. De ploegwagen werd terug gefloten en ik zat opnieuw met mijn gezicht in de wind. Best wel dom denk ik dan, de wedstrijd was nog geen vijf kilometer ver en toch mocht ik niet achter de auto terugkeren…

Eens de laatste wagen mij gepasseerd had, passeerde er in mijn hoofd een donderwolk. Uit reflex sloeg ik hard met de vuist op mijn stuur. Slim was dat achteraf gezien niet echt. Mijn hand is uit protest blauw en dik geworden. Eigen schuld.

‘Dour est tout droit madame!’ Oui oui meneereke, merci. Vol tegenzin reed ik rechtstreeks naar Dour, waar de finish hoorde te zijn. Mijn benen voelden aan alsof ze bergen konden verzetten. In heel de winter had ik me nog niet zo goed gevoeld als nu. Dan dondert het in je hoofd eens zo hard natuurlijk. Eenmaal de finishlijn bereikt in Dour, toch nog even net als het jaar daarvoor een eigen finishfoto genomen. Voor bij mijn collectie finishfoto’s van Le Samyn.

Hopelijk kan volgende editie eindelijk eens iemand anders mijn finishfoto maken. 😉

Lees ook...