Maldegem, zon en een parcours dat op mijn lijf geschreven stond.
Nu ja… Toch toen ik ging verkennen. De zand en bosstroken deden me aan mijn favoriete trainingsparcours in Koksijde denken. Het zonnetje maakte dat ik zonder koude vingers of voeten het parcours kon verkennen en met het gedacht en een smile van ‘dit moet wel lukken’ keerde ik dan ook terug naar de auto.
Ik weet niet of karma gedachten kan lezen maar het leek er toch wel op. 13 uur stipt besloot moeder overste haar hemelsluizen open te zetten. 13 uur stipt hoorde ik op mijn rollen op te warmen. Gelukkig kon ik de struiken en een boom als geïmproviseerd dak gebruiken. Maar de wind had dat door en blies nog wat lekker koude regen en hagel mijn richting uit. En als er iets is waar Mega Mindy niet tegen kan, dan is het dat wel.
Eenmaal lekker ‘opgewarmd’ maakte ik me klaar voor de wedstrijd. De regen leek gestopt te zijn, tot ik opnieuw buiten kwam. Ik vraag me nog steeds af wat ik mis heb gedaan. De laatste 15 minuten voor de start deden de wolken dan ook nogmaals hun uiterste best. De start werd uiteindelijk gegeven en de show kon beginnen.
De eerste ronde verliep vrij vlot. De tweede en derde ronde daarintegen… Volgens mij was het niet karma maar de Mol. Het kon niet anders, iets of iemand moet mij gesaboteerd hebben. Ik, die normaal nauwelijks of nooit val, heb nu meerdere malen de grond van Maldegem van dichtbij bekeken. Ik moet zeggen Maldegem: het was soms zacht, soms vettig en soms erg prikkend.
Mijn eerste val geef ik een 6 op 10. Vol goede moed probeerde ik een baan door de modder te vinden. Tevergeefs, mijn fiets zei foert en gooide me als een paard de modder in. Ik moet wel zeggen, het was de zachtste landing die mijn achterwerk zich kon wensen. 2 minuten later hoorde ik de omroeper mijn naam zeggen. Jawel, een of andere geniepige cameraman had alles op beeld vastgelegd.
Mijn 2de val geef ik een 8 op 10. Vol trots was het me al meerdere malen gelukt om volledig door de lange zandstrook te rijden. Vol concentratie begon ik er opnieuw aan. Nog 5 meter, nog 4, nog 3, nog 2, how dacht mijn fiets. Genoeg zand voor vandaag. En voor de laatste meter zand besloot hij richting hekken te rijden. Opgelucht kon ik het hek nog net vastgrijpen, maar het hek zat volgens mij mee in het complot en duwde me alsnog het zand in. Ook dat hadden die lieve cameramannen natuurlijk weer gezien.
Mijn laatste val geef ik toch wel een dikke 10 op 10. Ondertussen al met een paar sterretjes en vogeltjes rond mijn hoofd kwam ik aan een passage in het bos waar je door een grote plas water geen sporen meer kon zien. Op goed geluk reed ik door de plas maar al snel vond mijn fiets een putje waardoor ik vol in de struik gekeeperd werd. Die struik was nota bene een struik vol prikkers, stekkers, pinnetjes of hoe je het ook noemt, het prikte. En jawel hoor, ook hier stond een camera neergepalmd, alsof ze wisten dat ik ook daar een tuimeling ging maken.
Na die laatste val heb ik de wedstrijd dan maar gestaakt. Niet van mijn gewoonte, maar ik wou mijn komend wegseizoen niet meer op spel zetten door wat acrobatische vallen. ’s Morgens ben ik opgestaan met benen die net uit een muggenoorlog schenen te komen. Overal schrammen en puntjes met hier en daar nog een mooi souvenir: een splinter.
Wie de Mol is, daar kom ik nog wel achter.
Foto: Joeri De Coninck