#2021 – Een voorjaar om snel te vergeten

Ik zit in de auto onderweg naar Bastenaken. Dat ik hier zou zitten had ik afgelopen weken absoluut niet gedacht. Ik neem je even mee terug naar de twee afgelopen maanden…

Februari

Mijn buikpijn wordt erger en erger. Tegen de avond krijg ik geen hap meer binnen. Dju. Net aan het begin van mijn zwaarste trainingsweek. Die nacht doe ik geen oog dicht. Mijn buik lijkt zich wel in 100 bochten te willen wringen. De volgende ochtend kijk ik mezelf aan in de spiegel. Ik zie er lijkbleek uit en kijk dus maar snel weer weg. “Niet nu!” denk ik bij mezelf. De eerste wedstrijden van het seizoen staan namelijk al aan het raam te piepen.

Maar van de ene dag op de andere wordt de buikpijn alleen maar erger. Mijn huisdokter heeft ondertussen een darmontsteking vastgesteld. Ik probeer enorm veel te slapen in de hoop dat de pijn dan sneller zou verdwijnen. Eten lukt me absoluut niet. Ook al zou ik graag willen, ik krijg niets binnen. Mijn lichaam begint futloos aan te voelen. Van de zetel naar mijn bed lopen voelt al aan als een ganse opdracht.

Op nog geen zeven dagen tijd verlies ik drie kilo. Mentaal begint elke extra dag dat ik ziek ben, zwaar op te wegen. Ik zou heel graag terug mijn fiets willen opspringen om de opgelopen schade te beperken. Maar mijn trainer verbiedt me dat zelfs te doen. Dat zou het alleen maar erger maken.

Na anderhalve week mag ik eindelijk terug fietsen. Ik kruip mijn rollen op, ook al schijnt het zonnetje. Mijn gewicht is aan een te lage kant, waardoor mijn weerstand gewoon nog te zwak is om naar buiten te gaan. Ik begin te trappen en kijk vol ongeduld naar mijn wattagemeter. Hoe lang ik ook blijf doortrappen, boven de 100 watt kom ik niet. Gefrustreerd stap ik na een half uur van mijn fiets. “Hoe kan dat nu?” denk ik bij mezelf. Ik voel me toch terug gezond?

Het duurt nog 4 dagen vooraleer ik eindelijk terug een normaal gevoel heb op de fiets. Twee lange zijn weken verloren, een zwaar verdict. Het voelt mentaal en fysiek aan alsof ik terug van nul moet beginnen. En dat met het seizoen vlak voor de deur.

Maart

De eerste wedstrijden volg ik dan maar vanop de zetel. Ik had het graag anders gezien, maar het heeft enkele weken geduurd vooraleer ik terug op mijn gezond gewicht was. Met Nokere Koerse staat eindelijk mijn eerste wedstrijd op het programma. Een wedstrijd waar ik ondanks de kasseien toch enorm hard naar uit kijk. Na de finish kan ik niet ontevreden zijn. Ik heb 100 kilometer mee kunnen koersen, iets wat ik vooraf misschien zelfs niet had verwacht. Ik trek me op aan mijn positief gevoel en voel me klaar voor de Omloop van de Westhoek, de wedstrijd die een paar dagen later plaatsvindt. Het seizoen is eindelijk begonnen!

Er hangen waaiers in de lucht bij de start van de Omloop van de Westhoek. Maar ik voel me goed en ben vertrouwd met het parcours dat op een broekzak van Koksijde ligt. De start is razendsnel en al snel hangt alles op de kant. Op een haar na mis ik de eerste groep en beland ik in een tweede waaier. “Verdorie!” denk ik bij mezelf. Maar de tweede groep blijft hard doorrijden. Het valt geen seconde stil en ook de tweede groep brokkelt in twee stukken waardoor ik in een derde groep beland. De moed zakt in mijn schoenen, want ik voel me op zich best goed, alleen zit ik constant op de verkeerde plaats op het verkeerde moment.

Na de aanloopfase passeren we voor een eerste maal de streep in Ichtegem, vanaf hier zullen er nog zes rondjes gereden worden. Mijn groep blijft met een razend hoog tempo ronddraaien. Ronde na ronde slinkt onze bende en blijft onze achterstand beperkt. Waar ik eerst dacht dat we na een rondje zouden mogen afdraaien, begin ik nu te geloven dat we de wedstrijd tot het einde mogen rijden.

Met nog twee ronde te gaan geloof ik mijn eigen ogen niet. We zien plots de volgwagens voor ons rijden. Even later moeten ze zelfs aan de kant. We zijn zowaar gewoon terug tot bij het tweede peloton gereden! We passeren de volgwagens en zien nu het tweede peloton op 50 meter van ons. We nemen een bocht en draaien links van de weg uit om nadien weer volledig rechts te gaan rijden. Ik volg de slingerbeweging maar ben zo gefocust op de groep voor ons, dat ik de diepe groef in het midden van de betonweg te onvoorzichtig neem.

Mijn voorwiel rijdt zich klem in de diepe groef en vindt geen uitweg meer. Nog voor ik het goed en wel besef smak ik met een harde bonk op de grond. Ik probeer naar adem te happen maar de eerste tien seconden lijkt me dat niet te lukken. Meteen komen er langs alle kanten mensen naar me toe. De hulpverleners van het Rode Kruis helpen me rechtop te zitten, maar ik merk meteen dat dat niet lukt. Er schiet een helse pijn door mijn schouder. Iets klopt er niet.

Ik word afgevoerd naar de hulppost waar ik de eerste verzorging krijg. Ik heb nog nooit iets gebroken, dus ik weet niet precies hoe dat aanvoelt. Maar de pijn aan mijn schouder blijft aanwezig en diep vanbinnen weet ik gewoon dat het niet goed is. Later die avond krijg ik in het ziekenhuis van Veurne dan ook het verdikt te horen: een gebroken sleutelbeen.

“Ik kan me nu een ‘echte’ coureur noemen,” denk ik bij mezelf. Ik probeer optimistisch te blijven. De volgende dag staat er een bezoek gepland bij Dokter Toon Claes. Hij beslist dat een operatie geen goed idee is en dat ik dus de komende weken met een band om de breuk rustig moet laten herstellen. Vol goede moed begin ik aan de weken van herstel die me te wachten staan. Als ik in een snel herstel geloof, dan ben ik zeker dat mijn lichaam ook extra zijn best doet.

Elke dag zet ik een stapje in de goede richting: het begint met kleine dingen zoals zelfstandig rechtop gaan zitten in bed of in de zetel. Of voor de eerste maal opnieuw zelfstandig douchen! En ook een T-shirt of broek aan doen begint eindelijk te lukken zonder hulp. De vaatwas legen lukt ook. Maar waar ik normaal nog geen 5 minuutjes over doe, is de vaatwas nu pas leeg na een half uur.

Na deze kleinere overwinningen, begin ik opnieuw doelgericht stappen te zetten richting mijn fiets. Ik begin met stabilisatie en krachtoefeningen die geen druk zetten op mijn sleutelbeen. Na een week is mijn fiets zelf aan de beurt. Ik fiets een uurtje rechtop zittend op mijn rollen. Dag na dag bouw ik de tijd op en tegen het einde van week twee probeer ik met mijn beide armen op het stuur te fietsen. Het geeft een enorm raar gevoel om mijn arm weer te strekken. Het lijkt wel alsof mijn arm in een bepaalde houding verstijfd blijft staan.

De week nadien kan ik opnieuw krachtblokjes doen en stevig trainen. Nog steeds op mijn rollen uiteraard. Maar zo erg vind ik dat niet. Fietsen is fietsen en ik geniet. De pijn die uit mijn schouder straalt is nu ook zo goed als verdwenen. Na drie weken geeft een positief gesprek bij de dokter groen licht: de breuk is stabiel en ik moet al heel wat teweegbrengen om nog iets verkeerd te doen. De band mag weg!

Ik kan je verzekeren dat na drie weken dezelfde houding, je arm best raar aanvoelt. Mijn schouder is stijf en stram en lijkt wel vastgelijmd te zitten. Een glas opheffen voelt aan als het opheffen van een gewicht van 50 kilo. Maar ook hier zie ik enorm snel weer verbetering. Dag na dag kan ik mijn arm verder en verder strekken en de spieren komen stilaan weer los. Ik besluit dan ook na drie en halve week het buiten te proberen. Weliswaar op mijn mountainbike om schokken van putten en drempels nog zo goed mogelijk op te vangen. En omdat ik simpel weg nog niet goed kan schakelen of remmen op een gewone koersfiets.

Dag op dag vier weken later kruip ik op mijn wegfiets en werk ik vier uur volledig pijnloos af. Ik sta er weer. Eindelijk! Mijn zoveelste kleine overwinning! Dat ik vijf weken later aan de start sta van Luik-Bastenaken-Luik had ik al helemaal niet verwacht. Ik kan de wedstrijd niet finishen maar op zich vind ik dat geen schande als ik zie hoe de wereldtop nog sterker is geworden. Ik heb alvast wel terug vertrouwen opgedaan in het peloton en ben gemotiveerder dan ooit tevoren om er binnen enkele weken weer volledig te staan.

Mentaal is het niet altijd simpel geweest. Door ziekte en mijn breuk, heb ik zo goed als gans het voorjaar gemist en zie ik ook volgende maand enorm mooie wedstrijden en doelen aan mij voorbij gaan. Iets wat voor geen enkele renner leuk is. Maar ik probeer positief te blijven, en wie weet volgt er toch nog een mooi najaar!

Lees ook...