Woensdag 22 januari 2020 14:31
–
Na een welverdiende rustdag, zijn we ondertussen onze stageweek ingevlogen. Ik kreeg afgelopen dagen geregeld de vraag of ik iets kon zien van de branden die Australië zo zwaar geteisterd hadden. Tot zo ver was mijn antwoord: ‘ja hier en daar wat zwarte bomen of grasvelden’.
Maar wat ik gisteren zag tijdens ons trainingsrondje van vijf uur greep me onverbiddelijk bij de keel. Vol enthousiasme dokterde ik op Strava een route uit van om en bij de vijf uur in Adelaide Hills: een heuvelachtig parcours van rond de 2100 hoogtemeters. Eens de drukke stad uit, maakten de tal van verkeerslichten plaats voor mooiere glooiende wegen met meer groen langs de kant. Wijngaarden, weides en bossen deden het landschap kleuren en verschillende vogelbekjes zorgden voor de achtergrondmuziek.
Ik genoot van het uitzicht en hoopte in één of andere boom toch een wilde koala te spotten. In dat opzet slaagde ik niet echt, maar hoe dieper we Adelaide Hills en dus ook de bossen inreden, hoe stiller ik werd. De heerlijke groene dennengeur, zo’n geur dat je wel eens koopt om je badkamer of auto te verfrissen, veranderde stilaan in een meer kille geur. Dor hout met een vleugje verbrand trok mijn neusgaten in. Niet alleen mijn reukzin maar vooral ook mijn ogen werden overprikkeld met de beelden die langs me heen flitsten.
Een zwartgeblakerde weide deed me een eerste spoor van gewezen brand vernemen. Ietsje verderop kon je nauwkeurig het groene grasveldje rond een huis onderscheiden van de verdorde zwarte grond er vlak naast. We reden verder en naderden de eerste zwart geblakerde bomen. Ook het asfalt was links van de weg wat aangetast en zorgde voor wat hobbeltjes en putjes onder mijn wielen. Hoe verder we reden, hoe minder groen we rondom ons te zien kregen en hoe feller de mysterieuze geur werd.
Het leek alsof je plots van de zomerperiode rechtstreeks het herfstlandschap binnenreed. Alleen, het was helemaal geen zomer, en de bomen hadden geen mooie verkleurde blaadjes, maar sober bruine bladeren en een pikzwarte schors. We reden recht het bos in en zagen alleen nog maar zwarte stammen en dor gras. Hier en daar lagen bomen zelfs weerloos op de grond, bomen die de strijd verloren hadden. De geur was nu zo intens dat je er geen ontlopen meer aan had. En het was opvallend stil, op een eenzame verdwaalde vogel hier en daar na.
Je zag huizen die duidelijk met hulp van menselijke aard het vuur hadden verslaan en vol groen en glorie deden alsof er niets gebeurd was. Maar je zag ook huizen die ten onder waren gegaan en op het laatste moment leken achtergelaten te zijn door hun geliefde bewoners. In één huis, nu ja wat er van over bleef, zag je zo de kookpot nog op tafel staan. Verderop in de tuin hing er nog kledij zorgvuldig met kleurrijke wasknijpers vastgespeld aan de wasdraad. Een plastieken speelgoedhuisje, zo eentje dat we allemaal wel hadden vroeger, was tot een grote blok plastiek versmolten.
De stilte, de geur en de beelden deden mijn haren recht komen te staan op mijn armen. Situaties spookten door mijn hoofd en ik stelde mezelf de hartverscheurende keuze voor: je huis en dus ook alles wat je hebt achterlaten en zo snel mogelijk vluchten voor je wordt omsingeld door vuur, of je huis beschermen maar dan ook het vreselijk grote risico oplopen dat je wel eens midden in een vuurstorm terecht zou komen.
Voor ik het besefte waren er al vier uren gepasseerd. Ik had geen moment stilgestaan bij de tijd. Langzaamaan bereikte we opnieuw groenere oorden. Gebieden die meer geluk hadden gehad, maar waarschijnlijk met evenveel angst zaten af te wachten.
Adelaide en ook de rest van de getroffen gebieden van Australië zullen een tijdje nodig hebben om hier van te herstellen. Maar de mensen staan hier niet stil en zijn al volop bezig met de herstellingswerken aan wegen en het getroffen groen. Voor sommige mensen in Europa was het een rare gedachte dat de Tour Down Under hier zomaar zou plaats vinden. En geloof me, ik kwam ook met een eerder terughoudend gevoel hier heen. Maar de mensen zijn hier zo gelukkig met onze komst en zijn blij dat ze hun gedachten even kunnen verzetten.
Adelaide en gans Australië wil iedereen nog steeds met open armen ontvangen en is haar glimlach zeker niet verloren. Die dagdagelijkse beelden van bosbranden op het nieuws ga ik alvast met een heel andere kijk bekijken in de toekomst.
Heel veel liefs,
Mieke Down Under